In dit artikel worden automatiseringen uitgelegd waarmee je automatisch de status van een kaartje kan wijzigen. Dit kan op basis van een statusaanpassing bij voorgaande kaartjes, bij het naderen of overschrijden van de plandatum, bij het toevoegen van een label, of bij het stoppen van een tijdregistratie.
Automatisch status wijzigen bij statuswijziging voorgaande kaartjes
Werk je in vPlan met fasen, gesplitste of afhankelijke kaartjes? Dan kun je ervoor zorgen dat een kaartje automatisch een nieuwe status krijgt als de voorgaande kaart afgerond wordt. Zo weet iedereen wanneer ze aan hun werk kunnen beginnen zonder de voorgaande kaartjes in de gaten te moeten houden.
ā
We hebben hiervoor vier automatiseringen. Deze automatiseringen doen in de basis allemaal hetzelfde. Ze veranderen de status van een kaartje, wanneer een ander gerelateerde kaartje van status wordt veranderd. Het verschil zit in het type relatie tussen de kaartjes, en de voorwaarde waarop de automatisering moet werken. Hieronder omschrijven we de details en de verschillen per automatisering.
Wanneer de status van een kaart in fase iets verandert in iets, verander de status van afhankelijke kaarten naar iets
Deze variant kun je inrichten als je veel gebruik maakt van afhankelijkheden in vPlan. De eerste voorwaarde die je instelt is op welke fase de automatisering moet werken. Bij de tweede kies je bij welke statusverandering de automatisering moet werken. Bij de laatste bepaal je welke nieuwe status de afhankelijke kaartjes moeten krijgen.
Wanneer de status van een kaart in fase iets verandert in iets, verander de status van de kaarten in de volgende fase naar iets
Deze variant doet hetzelfde als de eerste variant, maar is bedoeld voor vPlan gebruikers die niet of weinig gebruik maken van de functie afhankelijkheden. De automatisering verandert de status van kaartjes in de eerstvolgende fase, als de kaart in de voorgaande fase bijvoorbeeld is afgerond. De eerste voorwaarde die je instelt is op welke fase de automatisering moet werken. Bij de tweede kies je bij welke statusverandering de automatisering moet werken. Bij de laatste bepaal je welke nieuwe status de kaartjes in de volgende fase moeten krijgen.
Wanneer de status van een kaart in fase iets verandert in iets, verander de status van de volgende kaart naar iets
Ook deze variant doet in de basis hetzelfde als de voorgaande automatiseringen. Deze variant is geschikt wanneer je geen fasen gebruikt in vPlan en ook geen afhankelijkheden, maar je splitst wel regelmatig je opdrachten op in meerdere kaartjes. Als eerst kies je op welke fase de automatisering moet werken. Daarna kies je bij welke statusverandering de automatisering moet werken. Bij de laatste voorwaarde bepaal je welke nieuwe status de opvolgende kaartjes moeten krijgen.
Wanneer de status van een kaart in fase iets verandert in iets, verander status van kaarten in fase iets naar iets
De laatste in de rij is bijna hetzelfde als de tweede variant, die we hierboven beschreven hebben. Het verschil is dat je bij deze zelf handmatig kunt bepalen in welke fase(n) de opvolgende kaartjes een status wijziging krijgen. Dat kunnen ze allemaal zijn, of een selectie van fasen.In het eerste gedeelte van de automatisering bepaal je in welke fase en bij welke status de automatisering in werking moet treden. En in het tweede gedeelte bepaal in welke fase(n) de kaartjes automatisch een andere status moeten krijgen.
Naderende of overschreden plandatum
Met deze automatiseringen kun je ervoor zorgen dat de status van een kaartje automatisch gewijzigd wordt, wanneer een kaartje een bepaald aantal dagen voor of na vandaag is gepland.
Wanneer de start/eind van een kaart in fase iets aantal dagen/werkdagen voor/na vandaag ligt en de status iets is, wijzig status van kaart in iets
Wanneer de start/eind van een kaart aantal dagen/werkdagen voor/na vandaag ligt en de status iets is, wijzig status van kaart in iets
Deze automatiseringen zijn bijna hetzelfde, maar de eerste is gericht op een specifieke planfase in je planbord. De voorwaarden die je instelt zijn de start- of einddatum, de fase, aantal (werk)dagen voor of na vandaag, de status en de opvolgende status. Eerst kies je of je deze automatisering wilt triggeren op basis van de geplande start- of einddatum van een kaartje. Vervolgens kies je bij de eerste automatisering in welke specifieke planfase je wilt dat deze automatisering plaatsvindt. Daarna kies je wanneer je wilt dat de status gewijzigd wordt, het aantal (werk)dagen dat de plandatum voor of na vandaag ligt. Ook stel je nog in bij welke status de automatisering getriggerd moet worden, en wat de nieuwe status van het kaartje moet worden.
Toegevoegd label
Met deze automatisering kun je ervoor zorgen dat de status van een kaartje automatisch wordt aangepast wanneer iemand een label aan het kaartje toevoegt.
Wanneer label iets wordt toegevoegd aan een kaart in fase iets, wijzig status van kaart in iets
De parameters die je instelt zijn label, fase en status. Eerst kies je bij welk label de status verandering moet worden doorgevoerd. Daarna kies je in welke fase van je planbord deze automatisering van toepassing is. Meerdere fasen zijn mogelijk. Als laatst kies je welke nieuwe status het kaartje moet krijgen, wanneer het label is toegevoegd.
Tijdregistratie wordt gestart of gestopt
Met deze automatisering kun je ervoor zorgen dat de status van een kaartje automatisch wordt gewijzigd wanneer een tijdregistratie wordt gestart of gestopt.
Wanneer tijdregistratie start/stopt in fase iets, wijzig status van kaart in iets
De in te stellen voorwaarden zijn of de tijdregistratie gestart of gestopt wordt, de fase en de status. Eerst kies je of je de status automatisch aan wil laten passen als je de tijdregistratie start of stopt . Daarna kies je in welke fase van je planbord deze automatisering van toepassing is. Meerdere fasen zijn mogelijk. Als laatst kies je welke nieuwe status het kaartje moet krijgen, wanneer de tijdregistratie start of stopt.