Met deze automatiseringen kun je ervoor zorgen dat een kaart automatisch vergrendeld wordt zodra je de kaart plant vanuit de backlog, of een nieuwe kaart aanmaakt op je planbord. Het vergrendelen van kaartjes is een manier om je planning vast te zetten, en op die manier ervoor te zorgen dat andere gebruikers de planning niet kunnen aanpassen. Als je met fasen werkt, kun je met het vergrendelen van kaartjes ook borgen dat het proces in de juiste volgorde plaatsvindt door met automatiseringen op basis van status een kaart te ontgrendelen, wanneer de vorige kaart wordt afgerond.
​

Je kunt in vPlan kaartjes automatisch laten vergrendelen of ontgrendelen wanneer je een kaart plant, of op basis van statuswijzigingen. Met de combinatie van beide automatiseringen kun je ervoor zorgen dat planning niet meer gewijzigd wordt, en dat de kaartjes in volgorde afgehandeld worden.

De parameters die je kunt instellen zijn fase, vergrendel/ontgrendel, en nog een keer fase. Eerst kies je bij welke fase de automatisering getriggerd wordt, wanneer je een kaart plant of aanmaakt op die fase. Daarna kies je wat je wilt dat de automatisering doet, de kaart vergrendelen of ontgrendelen. Als laatst kies je in welke fase(n) de automatisering de vergrendel/ontgrendel actie moet uitvoeren.
Een veel gekozen variant van deze automatisering is het automatisch vergrendelen van alle kaartjes, behalve de eerste. Dit kun je namelijk heel goed combineren met de automatisering om op basis van status andere kaartjes te vergrendelen en ontgrendelen (later in dit artikel uitgelegd).

Hiervoor hebben we twee verschillende automatiseringen. Bij de eerste automatisering wordt automatisch de kaart in de opvolgende fase vergrendeld of ontgrendeld, terwijl bij de andere automatisering je kunt kiezen in welke fase een kaart vergrendeld of ontgrendeld wordt.

De voorwaarden die je instelt zijn fase, status, vergrendel/ontgrendel, en bij de tweede automatisering nog een keer fase. Eerst kies je bij welke fase de automatisering getriggerd wordt, wanneer je een kaart plant of aanmaakt op die fase. Daarna kies je bij welke status de automatisering moet gaan werken. Vervolgens kies je wat je wilt dat de automatisering doet, de kaart vergrendelen of ontgrendelen. Als laatst kies je in welke fase(n) de automatisering de vergrendel/ontgrendel actie moet uitvoeren.

Stel je een proces voor waarin je voorbereiding, productie en assemblage plant. Je wilt dat de planning zoveel mogelijk in een vaste volgorde wordt uitgevoerd, zonder dat de planning of de volgorde van de planning zomaar aangepast kan worden. Je kunt dan de twee automatiseringen als volgt combineren.
​
Ten eerste kun je ervoor kiezen om direct bij het plannen de kaarten de vergrendelen. Dit kan handmatig, of je stelt deze automatisering in:

Wanneer kaart wordt gemaakt op fase 1, vergrendel kaart in fase 2 en 3
​
​Je kunt ervoor kiezen om ook de kaart in de eerste fase te vergrendelen, maar let op dat de gebruiker die de eerste kaart moet uitvoeren, dit niet kan zolang de kaart vergrendeld is. Je zal dus zelf de kaart handmatig moeten ontgrendelen in de eerste fase om er aan te kunnen beginnen.

Vervolgens stel je de automatisering in die de kaart in de volgende fase ontgrendeld, zodra de kaart in de eerste fase wordt afgerond:

Wanneer de status van een kaart in fase 1 verandert in Done, ontgrendel kaart in fase 2
​
​Wil je daarna zelfs zover gaan dat de afgeronde kaart in de eerste fase opnieuw vergrendeld wordt zodra men start aan de volgende kaart? Stel dan deze automatisering in:

Wanneer de status van een kaart in fase 2 verandert in In Progress, vergrendel kaart in fase 1
​
​De combinatie van automatiseringen ziet er in de configuratie van je planbord zo uit:
​

Herhaal de onderste twee wanneer je gebruik maakt van meer dan twee fasen.