In dit artikel wordt het tweede tabblad van de instellingen van het planbord uitgelegd, de fasen. Hiermee kun je het proces van je bedrijf inrichten. Bijvoorbeeld een stap in je productieproces, of een fase van een project.
Let op
Een fase werkt anders dan een status binnen vPlan. Voor meer informatie kun je terecht op: Verschil tussen fasen en statussen uitgelegd.
Voeg simpel een fase toe door op de groene knop Fase toevoegen te klikken. Richt de fase in door middel van de tabbladen Algemeen en Activiteiten.
Algemeen
In het tabblad Algemeen geef je de fase een naam. Daarnaast kun je in dit tabblad bepaald gedrag van je fase bepalen. De opties die je hier vindt zijn:
Vertraging (dagen)
Als je wil dat er een vaste marge tussen deze fase en de volgende fase wordt gehouden, dan kun je vertragingsdagen invullen. Je vult het aantal werkdagen in die tussen deze en de volgende fase moet liggen.
Dit kun je gebruiken als je bijvoorbeeld na een fase 'Spuiten' standaard droogtijd van één dag wil inlassen voordat het kaartje op de volgende fase gepland wordt. De vertraging is dan één dag. Bij het plannen van een kaart wordt de fase na spuiten standaard 1 dag later gepland. Dit kun je overigens in je planbord wel ongedaan maken.
Planefficiëntie
Je resources hebben capaciteit die je hebt vastgelegd in hun rooster (bij het toevoegen van resources). Als je wil dat ze niet helemaal volgepland worden kun je de resources op een fase een planefficiëntie meegeven van bijvoorbeeld 80%. vPlan zal dan bij 80% geplande capaciteit al aangeven dat de resource vol zit.
Capaciteit notificatie
Met deze instelling kun je ervoor zorgen dat je op het planbord kunt zien hoeveel werk er in een fase is ingepland en of dit past binnen de maximale capaciteit. Dit maakt het makkelijker om je planning in balans te houden en overbelasting te voorkomen.
Onafhankelijk van andere fasen
In vPlan zorgen fasen voor een vaste volgorde van je werkproces. Als je vast voorbereiding, productie, assemblage hebt kun je standaard niet de fase assemblage plannen op een datum eerder dan productie. Je krijgt dan waarschuwingen te zien.
Als in jouw werkproces fasen tegelijk kunnen starten of er geen vaste volgorde is in je proces, dan kun je gebruik maken van de optie Onafhankelijk van andere fasen. Hiermee houdt vPlan geen rekening meer met een vaste volgorde en kan een plankaart die op deze fase gepland staat prima starten voordat andere fasen gestart zijn.
Activiteiten
In het tabblad Activiteiten krijg je een duidelijk overzicht van welke activiteiten beschikbaar zijn en welke al actief zijn binnen een specifieke fase. Dit is belangrijk omdat vPlan zo kan bepalen welke activiteiten ingepland kunnen worden op die fase.
Wanneer je een activiteit wilt koppelen aan een fase, vink je deze eenvoudig aan in de linkerkolom. Zodra je dit doet, verschijnt de activiteit in de rechterkolom, onder het kopje Actief. Dit betekent dat een kaartje, waaraan deze activiteit is gekoppeld, nu op deze fase ingepland kan worden. Een activiteit kan aan meerdere fasen worden gekoppeld, waardoor je kaartjes flexibel van de ene fase naar de andere kunt slepen, zolang de activiteit in beide fasen actief is.
Wil je een activiteit niet langer koppelen aan een fase? Dan kun je deze simpelweg uitvinken in de linkerkolom. Je kunt ook op het prullenbakje klikken in de rechterkolom om de koppeling te verwijderen. Zo houd je volledige controle over welke activiteiten in welke fasen gebruikt worden en zorg je ervoor dat je planning precies aansluit bij je werkwijze.
Het maakt niet uit in welk tabblad je werkt, je hebt altijd de mogelijkheid om wijzigingen op te slaan. Klik onderin op de knop Opslaan om wijzigingen of een nieuwe fase op te slaan. Bestaande fasen kun je ook verwijderen door op de knop Verwijderen te klikken.