Activiteiten zijn de uit te voeren werkzaamheden met een tijdsduur. Dit kunnen minuten, uren of dagen zijn. Activiteiten kunnen toegevoegd worden aan kaartjes of collecties. Op deze activiteiten kan ook tijd geschreven worden.
In dit artikel wordt uitgelegd hoe je een activiteit aanmaakt, hoe de voorkeursresource en performance van een resource bij een bepaalde activiteit werkt, en hoe je een activiteit kan archiveren of verwijderen.

Een nieuwe activiteit kun je simpel en snel toevoegen. Ga in de linker menubalk van vPlan naar Configuratie en klik vervolgens onder het kopje configuratie op Activiteiten. Je komt nu terecht op een overzicht met bestaande activiteiten. Activiteiten die wel zijn opgenomen in je ERP systeem zullen op deze pagina al te zien zijn. Om een activiteit handmatig toe te voegen, klik je rechtsboven in de pagina op de groene knop Activiteit toevoegen.

Je kunt bij de activiteit een omschrijving, code, type, standaard tijdsduur en maximale tijdsduur per dag toevoegen. Als laatst kun je een voorkeursresource aangeven en de performance per resource voor deze activiteit. Hoe de voorkeur en performance werkt lees je in het volgende hoofdstuk.

De naam van de activiteit zoals het getoond wordt in vPlan.

Een bewerkingscode, veelal gebruikt voor integraties. Dit veld is niet verplicht.

Als je activiteit altijd even lang duurt, dan kun je hier alvast een standaard tijdsduur invullen. Dan hoef je dit niet handmatig in te vullen bij plankaartjes met deze activiteit.

Soms kan een machine 24 uur draaien, of een medewerker heeft een dagrooster van 8 uur. Je kunt per activiteit instellen hoe lang de activiteit maximaal per dag uitgevoerd kan worden. Als je vervolgens een kaart plant die langer duurt dan de standaard tijd, wordt de kaart automatisch over meerdere dagen verdeeld. Bijvoorbeeld: je kunt maximaal 8 uur per dag de activiteit 'zagen' uitvoeren. Als je vervolgens een kaart plant met 24 uur zaagwerk, dan plant vPlan deze kaart zelf over drie dagen.

Een activiteit heeft altijd een type, namelijk medewerker, machine of ruimte. Hiermee wordt bepaald aan welke resource de activiteit toegewezen kan worden. Ook zal dit van invloed zijn op de capaciteit van dit type resource.

Klik op Opslaan om de activiteit definitief toe te voegen.

Je kunt onbeperkt aantal activiteiten toevoegen. Activiteiten moeten in het planbord gekoppeld worden aan een fase om ze te kunnen gebruiken. In het artikel over de fasen zal dit uitgelegd worden.
​
​
​

Het is mogelijk om aan een activiteit één of meerdere resources als voorkeursresource te koppelen. Wanneer je de optie 'Automatisch toewijzen' aanzet zal vPlan automatisch de resource aan het kaartje koppelen als hierop ook de activiteit aanwezig is.
​
​Voorbeeld: je hebt de fase Design met onder meer de activiteiten DTP en Artwork. Op de fase Design werken Jonas (DTP-er) en Ferdi (Art director). Je kunt op de activiteit DTP de resource Jonas koppelen als voorkeursresource. Als je de optie 'Automatisch toewijzen' aanzet zal automatisch de resource Jonas gekoppeld worden aan het kaartje wanneer er een kaartje met de activiteit DTP op de fase gepland wordt.
​

Het is mogelijk om meerdere voorkeursresources te koppelen aan een activiteit. Wanneer je in de configuratie naar desbetreffende resource gaat, zie je ook duidelijk dat de resource is ingesteld bij een activiteit als voorkeursresource.

Het is ook mogelijk om bij een activiteit de performance per resource in te stellen. Dit kun je doen als een medewerker door bijvoorbeeld meer ervaring sneller is in een bepaalde activiteit dan een andere medewerker.
​
In onderstaand voorbeeld zeggen we dat de performance van Michel op de activiteit 'Assembleren' 200% is, en die van Inge 50%.

Bij order 10199 is de activiteit 'Assembleren' toegevoegd met een geschatte tijd van 4 uur.

Wijs je nu Inge als resource toe aan dit kaartje, zal vPlan automatisch de geschatte tijd aanpassen naar 8 uur, omdat Inge's efficiëntie op 50% staat.

Wijs je Michel toe aan dit kaartje, dan zul je zien dat de activiteit 'Assembleren' hem maar 2 uur kost.

Wil je dat deze activiteit uitgevoerd wordt door zowel Michel als Inge, dan wordt de tijd gedeeld door de gezamenlijke efficiëntie. De totale schatting is dan 3 uur en 12 minuten. Hoe dit berekend wordt kan het best uitgelegd worden aan de hand van een voorbeeld:

Inge en Michel moeten samen vier taarten maken. Standaard maakt een persoon één taart per uur. In dit geval maakt Inge een halve taart per uur en maakt Michel twee taarten per uur. Als je het zou verdelen zou Michel zijn twee taarten dus in een uur maken en Inge haar twee taarten in vier uur. Maar ze delen de vier taarten. Na één uur hebben ze samen 2,5 taart gemaakt, na twee uur hebben ze vijf taarten gemaakt. Samen hebben ze er dan 1 uur en 36 minuten over gedaan om alle vier taarten te maken. Omdat dit met twee personen gedaan is, is er dus in totaal 3 uur en 12 minuten besteed aan het maken van vier taarten.

Op het moment dat je de resources verwijdert of de order verplaatst naar de backlog, zal de geschatte tijd weer aangepast worden naar de oorspronkelijke schatting. In het geval van bovenstaand voorbeeld zal dit dus weer teruggezet worden naar vier uur.
​
​

Als je activiteiten niet meer wilt gebruiken, kun je ze archiveren. Hiermee worden ze direct onzichtbaar in de inrichting van je planborden en kun je ze niet meer kiezen bij het plannen van kaartjes. De historie van de in het verleden geplande kaartjes, blijft bewaard.

Om activiteiten te archiveren ga je in de linker menubalk van vPlan naar Configuratie. Klik vervolgens onder het kopje configuratie op Activiteiten. Je komt nu terecht op een overzicht met bestaande activiteiten. Selecteer een of meerdere activiteiten die je wilt archiveren met de selectievakjes vooraan de regel en klik bovenin op de knop Archiveren.

De activiteit zal nu uit de lijst met actieve activiteiten verdwijnen, maar ook uit je planbord als de activiteit daar gekoppeld was. Wanneer je gearchiveerde activiteiten wilt herstellen, kun je ze zichtbaar maken door bovenin de pagina de filterknop Gearchiveerd in te schakelen.
​
Vervolgens klik je op een van de gearchiveerde activiteiten (niet aanvinken, maar op de titel klikken) om deze te openen en kun je ze dearchiveren, of definitief verwijderen.